donderdag, juli 22, 2004

 

De Kaartridder


De Kaartridder in Heppeneert Maaseik

Die zeer poëtische nonsens weerspiegelt het prelogisch denkleven van ontelbare voorgeslachten overal ter wereld. Hij vult ontelbare levensverhalen van heilig verklaarde zonderlingen, vanaf de eerste pilaarheilige tot de negentiendeeuwse heilige pastoor van Ars en als de kerk er nog iets kon aan doen, dan geloofden wij het nu nog allemaal. En daarvan gesproken, als ik op mijn leeftijd iets goed heb gezien, dan was het ten eerste de vetbol van een noot dik op het voorhoofd van Soo, een vetbol waarin nog een apart verstand van hem zat en ten tweede een slimmigheid in zijn ogen dat ons zegde dat het hem niet te doen was om de waarheid en de werkelijkheid, maar om het vertelsel. Hij was een dichter. Uit genegenheid voor hem en om dat nog eens te beleven heb ik ‘De kaartridder’ en ‘De wereld van Soo Moereman’ geschreven.

- Was er een aanleiding anders tot het schrijven van ‘De kaartridder’?

- Marc Macken, directeur van de Academie voor Schone Kunsten, bracht mij naar huis na de begrafenis van Albert van Hoogenbemt en zei me: ‘Teirlinck gaf bij ons een facultatieve cursus in Nederlandse letterkunde, één uur per week. Wilt gij dat niet doen?’ Ik had vaak gezegd en geschreven dat het onderwijs in de literatuur niet goed gegeven werd en ik was benieuwd hoe slecht ik het zelf zou doen.

Ik heb het een jaar lang gedaan. Op zeker ogenblik zei ik in een les: ‘In perioden van bloeiende kunsten was er altijd onderlinge samenwerking. Ik ken maar één uitzondering: Vondel en Rembrandt waren tijdgenoten en het is niet meer te merken dat ze van elkaars aanwezigheid in Amsterdam afgeweten hebben. Waarom illustreert gij niet eens een oud of nieuw verhaal? Als gij tekent en geen tekst hebt beloof ik u er een bij te schrijven. Daarop zegt een De Vleeschouwer: ‘Ik neem u op uw woord. Ik geef tekenles in de rijksmiddelbare school van Maaseik, ik ben de bekende legende van de kaartridder van
Heppeneert bij Maaseik aan het illustreren en heb al zeven houtsneden gemaakt.’

Dat was goed werk. Ik ben beginnen te schrijven, maar dan weet ik altijd wanneer ik begin maar niet wanneer ik uitschei. Ik was weer in de stemming van Soo Moereman, ik kende het verhaal, de streeknamen die ik prachtig vind en ik deed zoals Soo Moereman die zelfs Londerzeel vóór of achter Brussel legde als het hem te pas kwam. De platen van De Vleeschouwer maakten het boekje voor de uitgever, Heideland, Hasselt, te duur. Mijn verhaal is apart verschenen. Ik weet niet wat geworden is van de houtsneden.




Reacties: Een reactie posten

Aanmelden bij Reacties posten [Atom]





<< Homepage

This page is powered by Blogger. Isn't yours?

Aanmelden bij Reacties [Atom]